Wat de jungle mij heeft geleerd
May 27, 2025
Daar sta je dan. Bovenaan een berg, vlak voordat je de jungle van Bali in trekt. Met onze gids Agung, lokale jonge vent die een glimlach heeft van oor tot oor.
We gaan hiken, kayaken en afdalen naar een waterval om daarin te zwemmen. We sluiten het af bij het restaurant van zijn neef met een Balinese lunch (krukje, nasi campur en uitzicht op een oerwoud met papaya’s en kokosnoten). Als je mij een beetje kent, dan zijn dit dingen waar ik gek op ben. Als eerste reizen, in het buitenland zijn en nieuwe dingen ontdekken en eten, ten tweede de natuur en ten derde water (of het nu varen of zwemmen is).
We dalen langzaam af de jungle in, eerst nog zijn er nog een paar 'normale' traptreden maar al snel veranderd het pad in modder en boomstronken (hi roots, I’m home). Het is glad want het heeft geregend. We kletsen wat met Agung, die blijvend een grote vriendelijke glimlach op zijn gezicht heeft staan.
Af en toe stop ik even, laat ik de Agung en mijn vriendin doorlopen en kijk om me heen. Afdalen in een glibberige jungle en tegelijkertijd om me heen kijken is niet mijn expertise (lees: ik eindig geheid met m’n billen in de modder). Maar er is nog een reden, ik stop, kijk om me heen, adem diep in en luister. Ik voel intens geluk in mijn lichaam, en dit gevoel probeer ik weer op te slaan in m’n brein.
Ik maak hier en daar foto’s (oké, ik maak honderden foto’s, want het blijft mooi) en sluit me langzaam weer bij Agung aan.
Dan hebben we een gesprek over vriendelijkheid en vrolijkheid. Want als er iets is wat je over de Balinezen kan zeggen dan is het dat ze zo vriendelijk zijn. Ondertussen gaan de jungle geluiden door, dwaal ik daar even naar af en ga weer terug naar het gesprek.
Ik zeg tegen Agung dat ik denk dat hij altijd vriendelijk is. Hij zegt zelf: niet altijd, in de natuur wel maar thuis..niet zo. Onder andere omdat hij zijn twee oma’s mist. En de honderden kippen van z’n opa niet zo leuk vind, maar die leggen wel de lekkerste en duurdere eitjes. Dat wel.
Dan vertelt hij over zijn geloof, en dit is iets wat ik heel erg graag meeneem naar huis en deel met jou. Namelijk Tri Hita Karana, het is een concept uit het Balinese hindoeïsme dat staat voor een harmonieuze manier van leven en letterlijk “drie oorzaken van geluk” betekent. Dit concept benadrukt het belang van balans en harmonie in drie essentiële relaties: de relatie tussen mens en God (Parahyangan), de relatie tussen mensen onderling (Pawongan) en de relatie tussen mens en natuur (Palemahan).
Terwijl we tussendoor een mega boom bewonderen die half opgeslokt is door een andere boom legt hij uit dat Tri Hita Karana de reden is waarom hij veel lacht naar andere mensen. Geruststelling, vriendelijkheid en harmonie.
Ik probeer deze balans ook steeds meer te versterken. Er is voor mij persoonlijk geen relatie met een god. Maar de relatie met mensen om mij heen, mijn omgeving, en de relatie met de natuur zijn zulke belangrijke peilers. Als deze in harmonie en balans zijn, dan zorgt dit ervoor dat ik bij mijn eigen energie kan blijven en dat ik super weerbaar ben voor tegenslag. Of zoals wij graag zeggen: crap.
Dus daar sta ik, in m’n eentje. In de natuur. De jungle. Warm, mooie geluiden, 1001 kleuren groen, de oudste en de jongste bomen, en bloemen die de meest bijzondere kleuren hebben. Ik sta stil bij dit gevoel van geluk en intense blijheid, ik voel het in mijn lichaam en programmeer dit gevoel in mijn brein.
En dit is geen trucje, er is geen jarenlange opleiding voor nodig, het is easy en iedereen kan het op zijn eigen manier. Je moet alleen even leren hoe je brein werkt en hoe je dit kan toepassen.
Want elke keer als ik mij in de Hollandse regen bevind, of op momenten dat ik het even wat zwaarder heb..roep ik dit gevoel op. Het gevoel van mijn ultieme geluk en blijheid in de Balinese natuur. Daar kan echt geen foto tegenop als herrinering. Want je lichaam weet het allemaal, je moet er alleen even mee aan de slag.
En zo neem ik een stukje van het concept Tri Hita Karana met me mee. En versterk beetje bij beetje de relatie tussen mij als mens en de natuur, Palemahan.